Een onvergetelijke reis naar Compostela

Dag 1 - Met het vliegtuig via Madrid naar Bilbao, om dan met de bus een kleine 200 km richting Pyreneeën te rijden. Voor Larrasoiana, in de Pyreneeën, begonnen we onze staptocht naar Trinidad de Arre. Bij een tekst over 'pelgrimeren' waren we in gedachten bij de vrouwen die niet aan deze staptocht konden deelnemen. Voor hen namen we een symbolische Femma-steen mee. Met een Sint-Jakobsschelp aan onze rugzak vertrokken we. Het was een mooie etappe langs bergpaadjes, hellingen op en af, kleine dorpjes met bruggetjes, lentegroen, bloemen en opvallende orchideeën, met prachtige vergezichten. We voelden ons echte pelgrims. Zeker toen we onderweg de verschillende tekens leerden kennen die de route aanduiden. Daarna met de bus naar het hotel in Pamplona. Een mooi hotel, met aparte bedden, vriendelijke bediening en … lekker eten.

Dag 2 - De bus bracht ons naar het dorpje Cizur Menor. Langs onverharde wegen ging het zachtjes bergop. Via een steil en moeilijk parcours bereikten we uiteindelijk de top van de Sierre de Pardon. Het werd een klim van 480 naar 780 m! Het uitzicht was prachtig! Enkelen hadden onderweg van begeleidsters Lieve en Riet 'bijles-in-bergop-stappen' gekregen. Daarna ging het vrij steil naar beneden, over een pad vol stenen. Na een stop met picknick bereikten we langs dorpjes, akkers en velden, Eunate. Sommige dames legden zelfs enkele kilometers extra af wegens de afslag gemist… In het prachtige achthoekige, kleine kerkje van Eunate maakten we het even stil. We zongen samen een lied en Marijke begeleidde ons op de dwarsfluit.
Vervolgens bereikten we Puente la Reina, bekend om de brug met zes bogen over de Arga. We stapten door de mooie hoofdstraat het stadje binnen en genoten van de repetitie van het koor met orgel in de Jacobskerk. De bus bracht ons - in de regen - naar Irache, om er van de wijnbron te drinken. Jammer dat de wijn op was... Maar niet getreurd, in het hotel was een bar. Bij een glaasje ontdekten we elkaars onvermoede eigenschappen. Aan aanknopingspunten voor een intens gesprek ontbrak het niet. Aan tafel kreeg Maria te horen dat haar vader overleden was. Het zette een domper op ons geluksgevoel. Iedereen troostte Maria. Later op de avond besloot ze om toch nog enkele dagen mee te stappen.

Dag 3 - Van het hotel vertrokken we te voet en stapten door een prachtig bos met steeneiken. Langs akkers en bossen bereikten we de bron Fuente de los Moros. Het landschap bestond uit heuvels, met daartussen uitgestrekte akkers, wijngaarden en een paar restanten van bossen. Zo kwamen we in Los Arcos. We hielden er halt bij de herberg, opengehouden door het Vlaams Compostelagenootschap. We zagen er wat een refugio biedt: aandacht voor de nieuwe bezoekers, een propere slaapzaal met stapelbedden en een ruimte voor handwasjes. Daarna trokken we - in de gietende regen - verder. We stapten tussen akkers, trokken door boom- en wijngaarden, met het hoofd naar beneden om niet uit te glijden in de modder en de plassen. Doorweekt, maar tevreden kwamen we aan de bus. In Logrono, waar we logeerden, genoten enkelen nog van een terrasje. Jawel, de zon scheen!

Dag 4 - Vroeg in de ochtend stond bijna de helft van de groep in de hotelhal klaar voor een bezoek aan de plekjes in Logrono waar de pelgrims voorbijtrekken. We waren net op tijd terug voor het ontbijtbuffet. De bus bracht ons daarna naar Tosantos met zijn rode zandsteenrots en de hermitage Virgen de la Pena uit de twaalfde eeuw. Langs goed begaanbare wegen stapten we richting Villafranca-Montes-de-Oca. Via een steil pad ging het naar omhoog, de eenzame Montes de Oca over. En het begon weer te regenen! Boven op de top van 1120 m picknickten we, eerst in de zon, later in de regen. Vandaag was er ook een huwelijksverjaardag te vieren. We bouwden een mini-feestje en verrasten de feestelinge met een ruiker bloemen. Na tien kilometer stappen, bereikten we het prachtige San Juan de Ortega. In de sobere romaanse kerk genoten we van de dwarsfluit en het rustige Ubi Caritas dat we zelf zongen. We kregen zelfs een groep Italianen stil! De bus voerde ons naar Burgos, waar we in het vroegere klooster Miraflores perplex stonden bij de mooie graftombe. Net een kantwerk-in-steen.

Dag 5 - Na een ontroerend afscheid van Maria, die alleen naar België terugkeerde, reden we naar de volgende startplaats. Iemand las op de bus een bezinningstekst voor en er speelde stemmige muziek. We waren in gedachten bij Maria... Vandaag was een wandeling door de meseta, de hoogvlakte tussen Burgos en Léon, voorzien. Pelgrims doen er negen dagen over. Ze moeten de hitte trotseren in dit landschap met weinig schaduw. We vertrokken net buiten Castrojeriz, waar we eerst de meseta op moesten: een helling van 10 % gedurende 1,6 km. Elkeen stapte op eigen ritme de berg op. Op de top liep de route vrij vlak verder door eenzame, uitgestrekte akkers, nu en dan doorsneden door een dal met een rivier(tje) of irrigatiekanaal. Dankzij de regen van de vorige dagen zag de natuur er weer prachtig groen uit. In Boadilla del Camino, met zijn gerechtszuil El Rollo, waarop taferelen uit het leven van Jakobus uitgebeeld staan, zagen we de ooievaarsnesten op het dak van de kerk. Wat later bereikten we het Canal de Castilla, een groot irrigatiekanaal, maar ook natuurgebied. In Fromista, het eindpunt na bijna 25 km stappen, bezochten we de mooie San Martinkerk. Sommigen pikten er vlug een terrasje mee!
Een lange busrit bracht ons naar Astorga. De sfeermuziek op de bus deed de tijd snel voorbijgaan. En in Astorga? Daar genoten we, vooral omdat we logeerden in het stadscentrum.

Dag 6 - 's Morgens bracht de bus ons naar Rabanal del Camino in de Montes de Léon. Het zou een speciale dag worden, want vandaag lieten we aan de Cruz de Ferro onze steen achter, symbool van onze zorgen en wensen. Nog even checken wie de steen nog niet gedragen had. De tocht ging stevig bergop, maar in het prachtige bergachtige landschap vol witte brem en hoge witte heide, tussen de geuren en de kleuren, ging het vanzelf. We waren dankbaar dat ons lichaam dit aankon. In Foncébadon, een verlaten dorp dat nu onder impuls van het pelgrimstoerisme terug opgebouwd wordt, hielden we halt. We waren al meer dan 300 meter gestegen op deze acht kilometer. ’s Middags bereikten we Cruz de Ferro. Voor pelgrims is dit het hoogste punt op de Camino. Sinds eeuwen leggen pelgrims bij dit kruis de steen neer die ze van thuis meebrachten. Als symbool van de last die ze meedragen en waarvan ze zich willen bevrijden. Na een mooi bezinningsmoment met elk een eigen inbreng, daalden we naar het dal van de Bierzo, nu en dan vergezeld door… een lichte regenbui. Aan de refugio van Manjarín kondigde een bel onze aankomst aan. Een groep Japanners nam kiekjes van ons: zoveel vrouwen die deze tocht samen deden, was uniek voor hen én ook voor ons!
Nog wat bergop en bergaf, en langs een steil pad ging het dan naar beneden naar het mooie El Acebo met zijn mooie huizen met houten balkons. Tevreden over onze prestaties doken we de plaatselijke bar in. De bus bracht ons naar Ponferrada. Logeren in een Tempeliershotel, onder baldakijnen: kon het beter?

Dag 7 - Een zware tocht met een klim over de O’Cebreiro: gedurende 7 km van 700 naar 1250 m stijgen. Iedereen hield een eigen ritme aan. We stapten in een felle regenbui. Maar de zeldzame piepkleine dorpjes, de prachtige natuur, de bergen en de mooie vergezichten compenseerden dit ruimschoots. Met een tijdsverschil van 20 minuten bereikten de laatsten het oude dorpje met de hut-huizen. We waren in Galicië! We namen de tijd om het stemmige kerkje te bezoeken, de winkeltjes te verkennen en te eten. Samen trokken we verder, bergop en bergaf, genietend van de natuur. Na een uurtje scheen de zon! Moe, maar voldaan, eindigden we onze dagtocht op de Pas Alto de Poio.
Onderweg stopten we nog voor een bezoek aan het mooie klooster van Samos. In ons hotel in Sarria werden we vorstelijk ontvangen, met een attentie voor de jarige.
Niemand had tot nu toe onderweg op de bus moeten stappen. Zou ook iedereen morgen de zware tocht aankunnen? Volgens het begeleidingsduo zou het de eerste keer zijn dat niemand moest opgeven.

Dag 8 - Een tocht in twee etappes stappen: 's voormiddags langs dorpjes in Galicië en 's namiddags een busrit tot Santiago de Compostela. Via omwegen bereikten we onze startplaats voor San Xulian. We trotseerden beekjes met stapstenen, oud plaveisel en smalle asfaltwegen, modderige paden en weiden afgezet met stenen muurtjes en doorkruisten mooie dorpjes. We wandelden naast de 'horreos': gebouwtjes op palen zodat de muizen er niet in kunnen en met wanden van lattenwerk waar de lucht doorheen kan zodat de maïs goed bewaard blijft. Onderweg zagen we de typische stenen kruisen, oude wasplaatsen en prachtige bruggetjes. In het kerkje van Furelos kregen we uitleg van een fiere pastoor, die erg gecharmeerd was door de tocht van zoveel Vlaamse vrouwen. Hij gaf ons een boekje met prachtige teksten. Na de picknick op de Melide zette de bus ons in Lavacolla af, twaalf kilometer voor Santiago, de plaats waar pelgrims zich vroeger wasten voor ze Santiago binnenstapten. We klommen tot boven op de Monte del Gozo, de berg van de vreugde, waar we voor het eerst Santiago in de verte zagen liggen. Een moment dat we bezegelden met een mooie tekst uit het boekje van onze pastoor van Furelos. Nog zes kilometer door de stadsrand en dan kwamen we via de Porta do Camino, onder klokkengelui, aan bij de kathedraal. Iedereen was ontroerd.

Samen hadden we 170 kilometer gestapt. Samen gingen we de kathedraal binnen, legden – symbolisch – onze hand in de Jacobszuil, en groetten de relieken van de apostel achter het hoofdaltaar. Even individueel tot rust komen, een uurtje vrij en dan de bus in, richting hotel.
De laatste avond met 32 vrouwen samen: we waren moe en blij, verwonderd over de solidariteit die in onze groep gegroeid was, maar vooral voldaan. 'Ik voel me herboren, ontladen en vol energie', zei iemand. Als aandenken aan deze tocht kreeg iedereen die avond een Femma-Composteladiploma, met de stempel van Santiago, én de muziek die we onderweg in de bus zo vaak hadden gehoord: de Caminoliederen-met-orgel en de liederen uit Galicië.

Dag 9 - Valiezen pakken voor de terugvlucht. Gewone kledij aan vandaag. Tijd om Santiago te bezoeken, samen te eten en aan de terugreis te beginnen. Samen gingen we naar de pelgrimsmis in de overvolle en indrukwekkende kathedraal. Voor velen was dit één van de ontroerendste momenten van de tocht. We voelden ons verbonden en bijzonder fier toen één van ons een tekst in het Nederlands mocht voorlezen. Want dit was de samenvatting van een onvergetelijke ervaring samen. 'Heer, wij danken U, dat wij met 32 Femma-vrouwen uit Vlaanderen gedurende zeven dagen 170 km op de Camino naar Santiago de Compostela mochten stappen. Wij danken U, voor al het moois dat we op onze weg gezien en gevoeld hebben, voor onze sterke lichamen, voor de steun die we bij elkaar vonden. Gesterkt door de ervaringen van deze intense dagen willen wij nu vol vertrouwen onze eigen weg verder gaan, onze grenzen blijven verleggen, genietend van alles wat het leven ons biedt, en met aandacht voor alle mensen die we ontmoeten.'

Mei 2008