Femma ging deze zomer op zoek naar 10 leuke kookavonturen. Het eerste verhaal wordt verteld door Sigrid Lapiere.

Verwarmende rundstong in madeirasaus

Het was 1978. De eerste winter zonder mijn vader. Het sneeuwde en de wegen waren glad. Oudejaarsavond zouden we bij familie vieren in het dorp tien kilometer verderop. In dit gure weer durfde mijn moeder niet met de auto te rijden. We gingen met de bus. Elk droeg een koffer met daarin een pyjama, een peignoir (echt!), schone kleren, toiletgerief en nog wat andere spullen.

Mijn moeder zette de verwarming af. We vertrokken.

We kwamen vaak bij de familie en we keken er naar uit. De tante van mijn moeder woonde in een groot huis dat vroeger een winkel was. We kregen er altijd Prince-koeken met vanillevulling, omhuld met melkchocolade, verpakt in een leuk papiertje. Tot op vandaag zijn dat mijn lievelingskoeken.

Haar huis geurde al naar soep. Tante was begonnen aan het nieuwjaarsmaal. Voor oudejaarsavond echter was er een koud buffet voorzien. De vele schalen stonden bij haar zoon die wat verderop woonde. Mijn zussen en een paar jongens transporteerden de potten en schalen te voet naar het huis van mijn tante.

De volgende dag werd ik wakker in een huis dat rook naar familie en koffie. Het was 1 januari 1979, het jaar waarin ik tien werd. Ik las mijn nieuwjaarsbrief voor en kreeg wat geld dat ik in een nieuwe, schreeuwerig blauwe plastic portemonnee stak. Later op de dag zou dat portemonneetje sneuvelen toen een briefje van twintig frank tussen de rits verzeild raakte. Ik knipte het ding kapot om het geld te redden.

In het huis was het een drukte van jewelste. Familie, vrienden, kennissen en buren kwamen hun nieuwjaarswensen brengen onder het genot van koffie en cognac. Wij gingen op bezoek bij familie die in dezelfde straat woonde. Te voet. Ik vond het spannend om met mijn laarzen door de sneeuw te ploeteren en cadeautjes te ontvangen. Meer zorgen had ik toen niet.

Ruim na twaalven kwamen we terug voor het feestmaal bij tante. Dat bestond uit rundstong in madeirasaus met puree en erwten. Maar eerst was er verse soep. Er was genoeg voor een half leger.

Ik heb dit gerecht in geen dertig jaar nog gegeten en zal dat in de toekomst waarschijnlijk ook niet doen. Maar toen vond ik dat malse vlees het lekkerste wat je kon eten. In de smeuïge puree maakte mijn broer een putje en goot er wat saus in. We genoten van de maaltijd en van de hoop die een nieuw jaar met zich meebrengt.

Met de bus reden we de tien kilometer naar huis. Het was ijskoud en de koffers waren zwaarder dan tijdens de heenreis.

Mijn moeder opende de voordeur. De verwarmingsinstallatie was bevroren.

Rundstong in madeirasaus zal mij altijd aan die eerste dag van 1979 herinneren.