
Ivo Brughmans is filosoof en auteur van het boek ‘De kunst van het paradoxaal leven'. Hij beschrijft er het ‘én/én’-perspectief, waarbij we ons leren verbinden met onze tegengestelde kanten. Femma vroeg Ivo om dit ‘én/én’-perspectief toe te passen op het thema opvoeding.
Hoe kan je als ouder het 'én/én'-perspectief bewust toepassen?
Begin met het erkennen dat elk van ons een vat vol tegenstellingen is: dominant én volgend, avontuurlijk én conservatief, lui én ijverig,... Al die verschillende polen zitten in ons. Niemand is 100% ijverig, aan de andere kant van de lijn zit altijd nog een stukje luiheid. Gelukkig maar. Dat houdt ons flexibel en in evenwicht.
Vaak hebben we het moeilijk om die tegenstijdigheden in onszelf te erkennen. We willen eenduidige keuzes maken. Ook in de opvoeding van onze kinderen. We willen ijverige, vrolijke en sociale kinderen. Daarom belonen we bijhorend gedrag. Tegenpolen als luiheid, verdriet en in zichzelf gekeerd zijn, kunnen op minder goedkeuring rekenen. Toch hebben ook die een belangrijke functie. Als alleen de ene kant er mag zijn en de andere kant niet, zijn we in feite maar half mens. De drang naar eenzijdige perfectie verstoort de balans. En net zoals de opdracht 'denk niet aan een roze olifant', werkt het averechts: iets dat we willen wegdrukken of ontkennen, gaat juist onevenredig veel aandacht opeisen.
Toon daarom in woord én in daad dat alle polen er mogen zijn. Oordeel niet. Niet over je eigen polen, noch over die van je kind. Ook al klinken sommige in eerste instantie minder deugdzaam: agressie, zelfzuchtigheid, luiheid, superioriteitsgevoel, jaloezie,… Deze zaken zijn er. Tracht ze niet te bannen. Dat kost je veel energie en werkt toch niet.
Heb je daar een voorbeeld van?
Ik herinner me hoe mijn moeder besloot, als voorstander van een anti-gewelddadige opvoeding, dat er geen speelgoedwapens in huis mochten komen… tenminste totdat ze merkte dat ik mijn eigen revolvers maakte van stokken. Pang, pang, pang! Toen heeft ze die strijd maar opgegeven. Ik houd nog steeds van schieten, maar ik ben toch geen seriemoordenaar geworden.
Tegenpolen bannen werkt niet. Wat werkt volgens jou dan wel?
Iedere pool heeft zijn waarde. Het is de kunst om het positieve ervan te leren zien. Jaloezie kan bijvoorbeeld iemand heel bewust maken van zijn/haar verlangens. Zoek tenslotte hoe je deze minder populaire tegenpool constructief vorm kunt (helpen) geven. Misschien kan je jouw kind leren zijn/haar jaloezie eerlijk te bespreken: "Ik ben jaloers op de tekenkunst van mijn zus. Ik wil ook graag uitblinken in iets."
We willen niet alleen perfecte kinderen hebben, we willen ook perfecte ouders zijn. Speelt hier hetzelfde?
Jazeker. Als perfect toegewijde ouders willen we het liefst onze kinderen alle leed en teleurstellingen van het leven besparen. Dat is natuurlijk op zich lovenswaardig. Maar we mogen niet overdrijven. Het is een illusie dat we leed en teleurstellingen kunnen uitbannen. Bovendien maakt het onze opdracht als ouder ook buitengewoon zwaar en…het helpt onze kinderen niet verder in hun ontwikkeling.
Het is prima om je kind te behoeden voor grote problemen van het leven, maar laat ruimte om zelf zijn/haar neus te stoten of frustratie te ervaren. Het leven is geen Disneyland. Wanneer je als kind leert om te gaan met ‘klein leed’, dan word je later ook niet volstrekt van de kaart geblazen als de dingen niet gaan zoals je die wou of gepland had. Vergelijk het met het krijgen van kinderziektes. Ook dat versterkt de immuniteit.
Hoe pas je deze regel zelf toe als vader?
De praktijk is altijd weerbarstiger dan de theorie. Mijn zoon van 16 heeft twee jaar geleden een ongeluk gehad. Hierdoor is de uitvoering van een aantal basiszaken moeilijk voor hem. In de week effen ik het pad voor hem tot het kleinste hobbeltje. Ik zorg dat alles voor hem klaarligt en begeleid hem als een moederkloek. Dat wekt bij hem heel vaak een grote weerstand op. Hij ervaart het als betuttelend en als een misprijzen voor wat hij wel kan. Maar anders komt hij nooit op tijd op school. In het weekend laat ik hem gewoon zelf klungelen. Ik kom dan alleen tussen als hij er om vraagt, maar het kost me soms grote moeite om me in te houden. De situatie is nog niet ideaal. Maar, en dit is ook belangrijk, ik bespreek mijn dilemma openlijk met hem.
Het doet me denken aan Winnicots theorie van 'goed genoeg moeder'*... Volgens Brené Brown krijgen ouders net het grootste gevoel van kwetsbaarheid wanneer ze de kinderen zelf laten worstelen en tegenslagen laten ervaren.
*Winnicots theorie zegt dat een moeder er goed aan doet haar kind draaglijke frustraties te laten ervaren.
Het is een mooi voorbeeld van een ‘paradoxale interventie’: je doet schijnbaar het tegengestelde van wat je beoogt. Je wilt zo graag het beste voor je kind, maar om goed te doen moet je hem/haar zelf laten sukkelen. Een soort ‘liefdevolle onverschilligheid’. Als ouder is dat emotioneel vaak moeilijk. In het begin kan het aanvoelen alsof je tekort schiet in de zorg voor je kind. Toch wordt het kind er beter van. Houd als ouder dat einddoel voor ogen.
Klik hier voor het volledige artikel.
Brenda schreef
Dit artikel las ik met veel interesse Els! Het is heel herkenbaar en inspirerend. Liefdevolle onverschilligheid inderdaad, of hoe twee ogenschijnlijk tegengestelde woorden alles zeggen.
els schreef
Dag Brenda,
Leuk om te horen dat je het interview met Ivo weet te waarderen.
Ik kan je ook nog dit leuke filmpje aanraden als visuele reminder aan 'liefdevolle onverschilligheid': www.youtube.com/watch?v=JHy6bBKu0j4&feature=kp
Heb je ook al doorgeklikt op de link naar 'Manifest voor bezield ouderschap'? Indien nee, moet je dat zeker ook eens doen.
Hier alvast een citaat eruit: "Het beste geschenk dat ik je kan meegeven op je bezielde reis, is zelf met hart en ziel te leven en grote moed te tonen.
Mijn lessen, liefde en voorbeeld zijn niet perfect, maar ik zal je in elk geval wel mijzelf laten zien en altijd zorgvuldig omgaan met het geschenk jou te mogen zien. Jou werkelijk diep vanbinnen te mogen zien."
Groetjes!